Als verkoper van een woning ben je vrij om een vraagprijs te zetten die hoger ligt dan de schatting. In sommige gevallen pakt dat mooi uit, soms ook weer niet. Maar is het een goed idee?
CIB, de Confederatie van Immobiliënberoepen, wil dat hun leden-vastgoedmakelaars elke woning correct inschatten. Als verkoper mag je dus verwachten dat een vastgoedmakelaar jou een objectieve waarde meegeeft. Als eigenaar heb je echter nog steeds zelf de keuze in welke mate je rekening houdt met die objectieve waarde.
Verschillende verwachtingen van het schattingsverslag
Als marktexpert kan een makelaar de correcte waarde van een woning goed inschatten. Echter, vaak ligt de waarde die uit de schatting komt lager dan de verwachtingen van de verkoper. Eigenaars schatten de vraagprijs van hun woning vaak té hoog in, omdat zij minder subjectief zijn in hun oordeel. De emotionele waarde die aan de woning verbonden is, zorgt soms voor onrealistische verwachtingen. Ook wanneer een particulier zelf zijn woning verkoopt , wordt er soms een té hoge prijs doorgedreven.
De gevolgen van een te hoge prijszetting
Een reële prijsbepaling is belangrijk. Probeer bij het inschatten van de vraagprijs zo goed mogelijk de objectieve waarde van de woning te benaderen en wat afstand te nemen van de emotionele waarde die je met het pand hebt. Als het verschil tussen de effectieve waarde en de vraagprijs te groot is, kan dat negatieve gevolgen hebben:
Lang te koop
Met een onrealistische prijsverwachting zal je woning ontzettend lang te koop staan. Op lange termijn kunnen kandidaat-kopers zich ook vragen stellen bij deze verkooptermijn. “Het pand staat al zo lang te koop, er zal wel iets mee mis zijn.”. Uiteindelijk kan het zijn dat een prijsdaling noodzakelijk is, waardoor je misschien wel onder de marktwaarde zal verkopen.
Vergelijking met andere panden
Je krijgt kandidaten over de vloer die duurdere panden als vergelijkingsbasis gebruiken. Met als logische gevolg dat jouw woning als één van de minder waardevolle woningen binnen die prijscategorie wordt gezien.
Vertekend beeld
Een laatste gevolg is het verkeerde beeld bij andere woningverkopers over de werkelijke waarde van hun eigen pand. Zij zullen op hun beurt een verkeerde prijszetting hanteren.
Conclusie
Een hogere marge nemen op een correct geschatte waarde kan, als het pand goed in de markt ligt. Indien de prijs te hoog ligt en er weinig interesse blijkt, kom je zelf bedrogen uit en bestaat de kans dat je de woning uiteindelijk zelfs onder de marktwaarde verkoopt.