Heb je (ver)bouwplannen, dan komen daar heel wat zaken bij kijken die je best vooraf al in orde brengt. Een verlichtingsplan is daar een goed voorbeeld van.
Met verlichting kan je de sfeer in huis maken of kraken. Waar wil je sfeerverlichting hangen? Waar zal je algemene of extra verlichting nodig hebben? Elke ruimte of kamer heeft een aangepaste belichting nodig. Op basis van het grondplan kan je dat eenvoudig op voorhand bepalen zodanig dat je geen tijd verliest wanneer de elektriciteitswerken van start gaan.
Energie is iets waar we zuinig mee moeten omspringen. Bekijk het ontwerp van je woning en ga na waar er veel daglicht binnenvalt. Zo plaats je een bureau best in de buurt van een raam. De muren en plafonds een lichte kleur geven zal er ook voor zorgen dat er, tenminste overdag, minder snel een licht moet aangeschakeld worden.
Teken op het grondplan waar de zithoek, de eetplaats et cetera zal komen. Doe dit op schaal zodat de verhouding kloppen. Eens je dat gedaan hebt, kan je bepalen waar de basisverlichting moet komen. De basisverlichting is het eerste wat je zal aansteken zodra je binnenkomt als het donker is. Vaak gaat het dan om hanglampen of spots.
Op het grondplan kan je de basisverlichting aanduiden met een symbool in een bepaalde kleur. Zo zie je meteen over welk soort verlichting het gaat. Want er is meer dan basisverlichting. De volgende stap is het bepalen van de sfeerverlichting. Het doel van dit soort verlichting spreekt voor zich. Het is zachter, warmer licht dat voor de nodige gezelligheid zal zorgen. Sfeerverlichting kan bestaan uit een tafellamp, booglamp of wandverlichting, maar het kunnen ook dezelfde spots zijn die ook dienst doen als basisverlichting. Met behulp van een dimmer kan je de lichtsterkte gaan bepalen. Hou er wel rekening mee dat de (spaar)lampen hiervoor geschikt moeten zijn!
Een derde en laatste categorie van verlichting is de accentverlichting. Dit soort verlichting sluit voor een deel aan bij de sfeerverlichting. Zo kan je accentverlichting gaan gebruiken om bijvoorbeeld een schilderij of familiefoto extra aandacht te geven. Maar ook om op andere plaatsen extra te gaan verlichten. Denk maar aan een lees- of hobbyhoekje.
Naast het bepalen van de verschillende lichtpunten zou je ook moeten nadenken over de schakelaars: waar moeten ze staan én welke lichtpunten moeten ze bedienen? Het kan handig zijn om een schakelaar te voorzien waarmee je de alle lichten met één druk op de knop kan uitschakelen als je bijvoorbeeld gaat slapen of de woning verlaat. Of een schakelaar voorzien in de buurt van je bed zodanig dat je niet eerst het nachtlampje moet aandoen om dan terug te lopen en de plafondverlichting uit te schakelen.
Nu je toch bezig bent, kan je misschien al meteen verder denken en de tuinverlichting toevoegen aan het grondplan. Ook al komt de tuininrichting pas op het einde van de verbouwing. Zo kan je wel al de kabels of wachtbuizen en zekeringen in de elektriciteitskast voorzien om nadien extra kosten of breekwerk te voorkomen.
Bovenstaande tips kan je eenvoudig zelf afwegen en uitwerken. Zo bespaar je trouwens heel wat centen. Indien nodig kan je nadien samen met een vakman alles even overlopen en kan hij hier en daar wat bijsturen.
Auteur: HS – Foto’s Pinterest